Nieuws

G40 Bestuurlijke netwerkdagen in Tilburg 25 en 26 september 2025

Het stedennetwerk G40 was twee dagen te gast in Tilburg, de stad van iedereen! Steden wisselden ervaringen uit over hoe je kan zorgen dat iedereen mee kan doen in de samenleving, en bezochten inspirerende plekken in Tilburg waar gewerkt wordt aan de brede welvaart van vandaag en morgen. Hierbij het uitgebreide verslag met links naar presentaties.   

Donderdag 25 september

Welkom door Paul Depla en Onno Hoes

Voorzitter van de G40, Paul Depla, en (wnd.) burgemeester van Tilburg Onno Hoes, openden de dag en heetten de genodigden van harte welkom in Tilburg. Een stad die zichzelf opnieuw heeft uitgevonden – van textielstad naar creatieve hotspot – en die laat zien hoe je met lef en samenwerking toekomst kunt maken. Een stad van iedereen, ook dat is de kracht van Tilburg. Tilburg heeft brede welvaart omarmd, laten niemand achter en het streven is dat iedereen zich écht thuis voelt in Tilburg. 

Vooral in de huidige tijd van polarisatie in zowel de samenleving als politiek, moeten gemeenten er voor iedereen staan, zonder dubbele moraal. Het vertrouwen in de overheid staat onder druk, en mensen verwachten terecht dat er naar hen geluisterd wordt en dat problemen worden opgelost. Paul Depla: “Juist daarom zijn onze 41 steden zo belangrijk. Wij staan het dichtst bij onze inwoners, wij zien dagelijks hun zorgen én hun ideeën. Steden zorgen voor continuïteit, verbinding en oplossingen voor de lange termijn. Dat verhaal moeten we blijven vertellen. Niet alleen aan elkaar, maar ook richting Den Haag.”

Onno Hoes refereerde ook aan koning Willem II, die ooit zei: “Hier adem ik vrij en voel ik mij gelukkig.” Omdat het een stad van iedereen is. Tevens het thema van deze G40-tweedaagse. Die woorden voelen actueler dan ooit, aldus waarnemend burgemeester Onno Hoes: “Een stad moet een plek zijn waar iedereen zich welkom en veilig voelt”. We moeten werken aan leefbare, veilige en gezonde wijken en buurten. En inclusieve wijken. Anders marcheert de stad niet. We moeten mensen bij elkaar brengen. Het gaat om ontmoeting in de wijk, en samenwerking met partners in de wijk. Saamhorigheid.

Er was ook aandacht voor de aanstaande Tweede Kamerverkiezingen. Naast trots, op lokale bestuurders actief in ons netwerk, en die nu kandidaat-Kamerlid zijn, stond Paul Depla stil bij de G40-inzet richting de Tweede Kamerverkiezingen. Hij deed de oproep aan aanwezigen om hun boodschappen aan het nieuwe kabinet op borden te noteren. De G40 zal deze aan de nieuwe Kamerleden overhandigen.

Onno Hoes vatte de inzet van de steden en ons netwerk ook mooi samen: “Op dit soort dagen wisselen we informatie en kennis met elkaar uit, zodat we samen een vuist kunnen maken en samen als steden kunnen groeien. De steden zijn belangrijk voor Den Haag. Rijk en steden hebben elkaar hard nodig. We zetten onze schouders eronder voor de miljoenen inwoners in onze steden.”
Als opmaat naar de laatste bestuurlijke netwerkdag van deze bestuursperiode op 4 februari 2026 overhandigde Onno Hoes het stokje aan wethouder Jan Idema van de gemeente Zoetermeer.

Openingsdebat: De stad van iedereen
 

Het openingsdebat (Pdf) stond in het teken van ‘de stad van iedereen’, het centrale thema van de bestuurlijke tweedaagse. Welke betekenis geven de steden aan ‘de stad van iedereen’? Hoe verkleinen we verschillen en wat hebben we te doen -als collectief van steden?
Een gesprek met Joyce Sylvester (voorzitter Staatscommissie tegen Racisme en Discriminatie), Joyce Spies (voorzitter Aedes), Onno Hoes (burgemeester Tilburg) en Manouska Molema (wethouder Groningen en voorzitter Sociale pijler G40). Halima Özen (oprichter De Inclusiefabriek) leidde het gesprek in goede banen.

Joyce Sylvester trapt het gesprek af en neemt het publiek mee in de opdracht van de (wetenschappelijke) Staatscommissie. Discriminatie gaat om alle gronden van artikel 1 van de Grondwet (dus gender, leeftijd, geloof, sociaal economisch status, stad-platteland etc.). Discriminatie is diep verankerd in onze samenleving. Direct en indirect heeft iederéén er mee te maken. Zichtbaar en onzichtbaar. Het raakt iedereen. En het komt keer op keer voor; er is een stapeling (geen stage kunnen vinden, geen woning etc.)
De overheid discrimineert zelf. De Staatscommissie heeft een doorlichtingsinstrument ontwikkeld, dat binnenkort via de VNG wordt gepresenteerd. Gemeenten kunnen zich aanmelden voor de discriminatietoets via jan-luuk.hoff@minbzk.nl.

Na deze inleiding gaan de panelleden met elkaar in gesprek: hoe houden we oog voor de mens? Want het doorlichtingsinstrument is niet alleen beleid en papier, maar het is ontwikkeld met en voor mensen.
Liesbeth Spies benadrukt dat we wat te doen hebben om ‘de stad van iedereen te laten zijn, te worden en ook te blijven’ Een te eenzijdige samenstelling van wijken en buurten leidt ook tot stapeling van ongelijkheid; schoolprestaties, gezondheid leiden er onder. Het is de opdracht voor alle colleges om met elkaar aan de slag te gaan. En het vraagt inzet op meerdere lagen; van grondprijzen, locaties, geen stapeling van (duurzaamheids)eisen bovenop de wettelijke kaders, realisatie van middenhuur, etc. We hebben wat te doen om een diverser aanbod van woningen krijgen. “Het gaat om differentiatie en diversiteit in de wijken; niet alleen in de stenen, maar ook differentiatie in plekken om te ontmoeten.” 
Manouska Molema schetst de urgentie dat wijkvernieuwing meer is dan stenen stapelen. Soms vraagt dit ongelijk investeren. Zij schetst de urgentie van het adresseren van dit thema en kennis delen binnen de G40. 
Burgemeester Hoes vindt dat je bewust die keuze moet maken: discrimineren om een gelijk speelveld te creëren. In de eigen organisatie vraagt het een cultuurverandering om integraliteit te bewerkstelligen. Je moet toe naar de vorming van integrale teams. Molema vraagt zich af hoe mensen bereiken die door omstandigheden soms onmachtig zijn zich te uiten. Corporaties zouden een rol moeten krijgen in zorg en veiligheid. Hoes vindt dat gemeenten zelf weerbaarder en veerkrachtiger moeten worden om de samenleving beter te bedienen. We hebben geen invloed op hoe de samenleving zich ontwikkelt. Maar we moeten wel voldoende feeling hebben met wat er speelt in buurten en wijken.

Ter afronding van het gesprek krijgen de panelleden nog een laatste gelegenheid om te reflecteren op de vraag ‘wat is er nodig’?

  • Sylvester roept op om nieuwsgierig te willen zijn en beter te doorgronden hoe het zit. Beter snappen, breder willen kijken en willen weten. Verplaats je dus in de ander.
  • Hoes wil veel ruimte geven. Er zit zo veel kracht in mensen en de samenleving. Wij moeten barrières wegnemen; ruimte geven aan professionals en signalen moeten landen en een antwoord krijgen. Dan kunnen we de samenleving een stukje verder helpen.
  • Spies roept op tempo te maken. Prestatieafspraken maken (laat het een instrument zijn van het hele college) en blijf er dan van af. Dus niet nog meer dingen gaan toevoegen en stapelen.
    Met enkele afsluitende woorden doet voorzitter Depla een oproep om de inspiratie van vandaag ook mee te nemen naar de onderhandelingen en nieuwe colleges. Samen maken we de stad van iedereen!
     
  • Lees het uitgebreide verslag van het openingsdebat (Pdf)

Na het openingsdebat gingen de bestuurders in drie pijlers uiteen.

Fysieke pijler: In de stad is ruimte zat


In een uptempo sessie van de G40 Fysieke Pijler verdiepten we ons in de stedelijke verdichting. Gastheer Bas van der Pol, wethouder in Tilburg, presenteerde in 013 minuten de verstedelijkingsplannen in de verschillende buurten en delen van de stad. Bestaande uit gevarieerde woningbouw met aandacht voor ruimtelijke kwaliteit, ook voor in de leefomgeving. Slimme financiële arrangementen voor parkeeroplossingen, zodat er ruimte is voor groen, ontmoeting, voorzieningen en ruimte voor werk. Met respect voor de historie van de stad. Het wonder van Brabant in drie aktes. Met bijzondere aandacht voor de Spoorzone achter het Tilburg station. Een gebied dat al 20 jaar kolkt van initiatieven. Via placemaking en luisterend naar de stem van de Tilburgers heeft de gemeente met VolkerWessels het gebied met respect voor de historie opnieuw ontwikkeld. Met de LocHal en mindlabs als kathedralen van het gebied.

Rijksbouwmeester Francesco Veenstra reflecteerde op de ruimtelijke uitdagingen van Nederland, nu en in de toekomst. De rijksbouwmeester -onderdeel van het College van Rijksadviseurs (Cra)- adviseert het kabinet onafhankelijk over de ruimtelijke ordening van Nederland. Via hun nieuwe agenda ‘Gedeelde grond’ zoekt het Cra de samenwerking om kwalitatieve oplossingen te vinden in het bestaande, want zoals al blijkt in Tilburg ‘in de stad is ruimte zat.’ Hij stelde dat de spoorzone een voorbeeld is van een gebiedsontwikkeling waarin met lef de ruimtelijke kwaliteit van de stedelijke leefomgeving is aangepakt. Steeds meer steden werken met een stadsbouwmeester zodat met ruimtelijke kwaliteit ook het welbevinden in de stad kan verbeteren en er tegelijkertijd wordt gewerkt aan een rijke cultuur. Het betoog van Francesco maakte de observaties los in de zaal. Duidelijk werd dat wethouders zich gehaast voelen en ook de druk ervaren om antwoorden te geven op de grote vragen(energietransitie, woningbouw) van deze tijd. Waar is de rust in het proces om te reflecteren of het gekozen antwoord het juiste is? Met een hoofd vol inspiratie en genoeg gespreksstof gingen de bestuurders op stadssafari naar, waar anders dan, de Spoorzone. 
 

Sociale pijler: Trendstudie Platform31 en Verkiezingen vicevoorzitter Sociale Pijler

Als opmaat naar de verkiezingen, presenteerde Arno van der Hoeven van Platform31 de Trendstudie die op verzoek van G40 is opgesteld. Hierbij is ook de link gelegd met de verkiezingsnotitie van SCP (Pdf). 
De samenleving staat onder druk staat door vergrijzing, toenemende en complexere zorgvragen, arbeidsmarktkrapte, afnemend vertrouwen in politiek en instanties en geopolitieke spanningen. SCP roept politieke partijen in haar verkiezingsnotitie op om niet alleen oog te hebben voor individuele problemen, maar juist te investeren in sociale samenhang, structurele oplossingen en gedeelde waarden. Onder dit uitgangspunt liggen verschillende vraagstukken van afwegingen rondom ongelijk investeren. Maar ook de wereldeconomie stelt ons voor keuzes, waar je als stad een aanjagende functie in hebt. Centrale vraag hierbij is wat voor samenleving je wilt zijn en wat dit aan randvoorwaarden vraagt. Een fundamentele vraag waaraan behoefte is om in een volgende sessie over door te spreken en concrete kansrijke initiatieven te delen. Inzet is om vandaaruit een G40 narratief op te stellen.

Tijdens de Sociale Pijler vond verder onder auspiciën van de kiescommissie de verkiezing van de vicevoorzitter Sociale Pijler plaats. De bestuurders van de Sociale Pijler hebben wethouder Bouke Velzen van de gemeente Zoetermeer gekozen als vicevoorzitter Sociale Pijler.
Binnenkort zal het DB G40 Bouke Velzen voordragen aan het Algemeen Bestuur.

Pijler economie en werk


De nieuwe regionale MKB-dienstverlening, een initiatief vanuit de G40, groeit komend jaar door naar 20 regio’s, vertelden Yvonne Salvino en Paul Guldemond. Landelijke dienstverleners als RVO en KvK stellen in de regio’s hun aanbod beter op elkaar af, zodat het aanbod overzichtelijk is voor en beantwoordt aan de vraag van het brede MKB. In 6 pilot-regio’s is in de afgelopen twee jaar ervaring opgedaan. Initiatiefnemer Denis Crompvoets is inmiddels in dienst van het ministerie van EZ om de werkwijze landelijk uit te rollen.

Te gast was Judith Uitermark, directeur regio en ruimte bij het ministerie van EZ. De afdeling heeft een belangrijke inbreng geleverd aan de concept Nota Ruimte, die 26 september in de ministerraad is behandeld. De G40 heeft inbreng geleverd via de ervaringen in een Community of Practise. Floor Vermeulen, voorzitter van het Netwerk Kennissteden Nederland, pleit voor een Europese norm die in Den Haag wat minder op de agenda staat: Investeer 3% van het bruto binnenlands product aan onderzoek en ontwikkeling. Het netwerk werkt met de G40 samen. Steden zijn een belangrijke motor voor innovatie in de economie, vooral als ook het brede MKB kan aanhaken.

Stadsafari’s 
 

Tijdens een achttal stadssafari’s bezochten de G40 bestuurders inspirerende plekken in Tilburg waar gewerkt wordt aan de brede welvaart van vandaag en morgen.

  • Verstedelijking Spoorzone: Koersvastheid met de nodige flexibiliteit voor nieuwe ontwikkelingen, inzet op kwaliteit loont.
  • Gebiedstransformatie Piushaven: nog volop in ontwikkeling.
  • Stadspark 2.0: Vorstelijk landschap Moerenburg.
  • Het integraal kindcentrum (IKC) als plek voor leren, ontwikkelen en zorg; een centrale plaats in een leefbare wijk.
  • Economie van de toekomst: Studenten van universiteit, hbo en mbo werken aan mensgerichte digitale technologie in Mindlabs. Ondernemende studenten kunnen doorgroeien in start-ups.
  • Hall of Fame: Een architectonisch hoogstandje waar talentontwikkeling en creativiteit worden gestimuleerd.
  • Opvanglocatie: Met Oekraïners in gesprek over de toekomst.
  • Gebiedsgericht werken, burgerparticipatie en samenwerking met ondernemers in binnentuin en binnenstad. 
     
  • Lees het uitgebreide verslag van de stadssafari's (Pdf)

Vrijdag 26 september

Op de tweede dag van de bestuurlijke tweedaagse heette voorzitter Paul Depla de gasten welkom in de raadszaal van de gemeente Tilburg. Hij prees het lef en de visie van Tilburg voor de fantastische ontwikkeling van de stad. Tilburg kiest ervoor om op een innovatieve manier om te gaan met de benodigde investeringen om de stad klaar te maken voor de toekomst. Ook deze dag staat weer in het teken van inspireren, van elkaar leren om de eigen stad beter te kunnen besturen. G40 steden en zeker ook Tilburg hebben ook diverse innovaties op het gebied van bestuur laten zien; vandaag maken we bijvoorbeeld kennis met de Tilburgse stadshoogleraar, uniek in Nederland.

Als gastheer vertelt burgemeester Hoes hoe leuk het is om samen te werken met andere steden. Ook in Brabant weten de steden elkaar goed te vinden, in BrabantStad. Met een stevige gezamenlijke agenda en ruimte om lokaal te acteren. Samenwerking op alle niveaus (van burgemeesters portefeuillehouders en ambtenaren) betekent ook dat je samen trots kunt zijn op de regio. De kracht van de steden is van belang om de motor van regionale samenwerking op gang te brengen. Zo ervaart Tilburg dat ook in de eigen regio Hart van Brabant. Creativiteit en innovatie komen terug in het debat over de toekomst van de stad. Gelukkig is het lokale debat minder heftig dan het debat in Den Haag. We werken hard aan het (terugwinnen van het) vertrouwen van de kiezer. 

Brede welvaart en een stad voor iedereen belichten we vandaag vanuit een ander perspectief. Stadshoogleraar Ton Wilthagen neemt ons mee in de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt, die hij als achilleshiel van brede welvaart ziet. En ook nu weer is de stad een echt living lab!

Arbeidsmarkt als achilleshiel voor brede welvaart

Ton Wilthagen neemt brede welvaart als vertrekpunt voor een verantwoorde economische groei en waardevol werk. Mensen met waardevol werk zijn gelukkiger en gezonder en hebben meer sociale contacten. 

De G40-bestuurders gingen met hem en met elkaar in gesprek ver drie onderwerpen: Arbeidstekorten aanpakken, en krapte is kiezen. We moeten nadenken waar Nederland zijn brood mee kan verdienen met steeds minder arbeidskrachten. Om de arbeidsmarkttekorten aan te pakken, zou Nederland alle schuifjes open moeten zetten. Dit gebeurt nu nog te weinig door de gestolde verhoudingen in Den Haag.   

Tegelijk kent Nederland een bovenmatig verschil tussen het gemiddelde arbeidsparticpatieniveau (hoog) en de arbeidsparticipatie met een arbeidsmarkthandicap (laag). Slechts 15% van de werkgevers heeft ten minste één werknemer met een arbeidsbeperking in dienst. Hierover werd in een kleiner groepje doorgepraat. Kunnen de steden helpen als ze meer naast de ondernemer gaan staan? De regionale Werkcentra zouden een rol kunnen spelen, als ze meer gebruik kunnen maken van ontschotte middelen. Nu gaat veel geld naar uitkeringen, en weinig geld naar re-integratie. Carine Bloemhoff wil dat voor en met jongeren gezocht kan worden naar de beste manier om aan het werk te komen. We moeten meer op de lange termijn kijken wat goed is voor onze economie en wat goed is voor onze inwoners.

Samen sterk voor gelijke kansen voor ieder kind


In de sessie ‘Samen sterk voor gelijke kansen voor ieder kind’ gingen de aanwezige wethouders in gesprek met Vera Naber, netwerkregisseur van Met Andere Ogen. Vanuit Den Haag komen mooie rapporten, maar wij staan zelf aan de lat om samen met partners de kansengelijkheid van kinderen in onze gemeenten te vergroten. Door met andere ogen te kijken kun je traditionele denkpatronen doorbreken. Vanuit die gedachte bevordert het netwerk Met Ander Ogen kennisuitwisseling, haalt voorbeelden op uit de praktijk en agendeert deze op landelijke tafels. Vera Naber nodigde wethouders uit zich aan te sluiten bij het netwerk.

Mooie voorbeelden vanuit de praktijk volgen er vanuit Tilburg. Voor Frank van den Oetelaar, leidinggevende van Kindcentrum Hubertus (waar op de eerste dag van deze tweedaagse een werkbezoek was) ligt de focus ligt op het versterken van de brede pedagogische basis om kansengelijkheid voor kinderen te vergroten. Zij werken bijvoorbeeld met een startklas, een actieve ouderkamer waar ouders met vragen terecht kunnen en hebben een team op maat met een bredere scope dan alleen het onderwijs. Harry Hoekjen, directeur-bestuurder van onderwijscentrum Leijpark, nam ons mee in hoe Zorg in onderwijstijd zich ontwikkeld heeft in de regio Hart van Brabant en wat hiervoor nodig was.

Beide voorbeelden toonden aan dat er behoefte is aan structurele en ontschotte middelen zodat er duurzaam geïnvesteerd kan worden in beleid dat loont en dat minder afhankelijk is van de bestuurders van dat moment. Daarnaast kwam het inzicht naar voren dat het loont om juist te investeren in de omgeving van een kind en te investeren in het vertrouwen van ouders. Een volgende stap is om te kijken hoe we de inzichten van Tilburg en andere soortgelijke initiatieven kunnen gebruiken, zodat we dit op een veel bredere schaal kunnen toepassen. Het netwerk Met Andere Ogen zouden we hierbij kunnen benutten ter inspiratie en om de bekende knelpunten landelijk onder de aandacht te brengen.

Handelingsperspectief gezonde en sociale leefomgeving


Omdat de samenwerking tussen het fysiek en sociaal domein van groot belang is, is een gezamenlijke sessie van de themagroepen Woningmarkt en Wonen, Welzijn, Zorg inmiddels een traditie. Tijdens deze goed bezochte sessie werd het handelingsperspectief ‘gezonde en sociale leefomgeving’ besproken. Annette van Duivenvoorden (Platform31) presenteerde (Pdf) de uitkomsten van een onderzoek naar de samenwerking tussen het sociaal en fysiek domein. In gesprek met de aanwezigen werd het belang van nauwe samenwerking tussen de domeinen bevestigd. Een belangrijke aanbeveling voor de komende bestuursperiode is dat wethouders zowel wonen als zorg in hun portefeuille krijgen. Ook werd het belang van een betrouwbare Rijksoverheid onderstreept, die langjarige financiële middelen beschikbaar stelt voor wonen, zorg en welzijn. Het onderzoek resulteert in de publicatie 'Sociaal en fysiek verbinden – Noodzaak voor maatschappelijke opgaven'. Prof. dr. Mark van Twist schreef een wetenschappelijke reflectie op de onderzoeksresultaten. Deze reflectie is opgenomen in de publicatie Sociaal en fysiek verbinden is noodzaak voor ruimtelijk-maatschappelijke opgaven.

Lunchlezing Levendige democratie en Tilburgerberaad 


De gemeente Tilburg zet in op een sterke, levendige democratie, waarbij inwoners zich betrokken voelen bij elkaar en bij hun leefomgeving. Inwoners moeten kunnen meedenken, meedoen en meebeslissen over wat er voor hen toe doet. In de lunchlezing is een inkijkje gegeven in de manieren waarop Tilburg te werk gaat: van PitchNights voor jongeren met goede ideeën tot het allereerste Tilburgerberaad over de ‘eerlijke energietransitie’. Door de inbreng van mensen serieus te nemen en die te vertalen naar concrete acties werkt de gemeente aan vertrouwen.

Datagedreven gebiedsontwikkeling versnellen

De grote ruimtelijke uitdagingen van deze tijd – woningbouw, klimaatadaptatie en de energie-, warmte- en mobiliteitstransities – maken gebiedsontwikkeling steeds complexer. Steeds meer steden werken daarom aan datagedreven gebiedsontwikkeling. De belofte is groot: sneller, beter en integraler plannen maken, onderbouwd met actuele data. Toch worstelen veel gemeenten nog met de praktische toepasbaarheid.

Tijdens deze G40 bestuurlijke netwerkdag in Tilburg stond de vraag centraal: hoe zetten we als steden de stap van ‘coalition of the willing’ naar ‘coalition of the doing’? Op basis van een praktijkvoorbeeld uit Alkmaar werd verkend hoe data vanaf het begin een rol kunnen spelen in gebiedsontwikkeling, en hoe je daar bestuurlijk én ambtelijk draagvlak voor creëert.

In Alkmaar is sinds 2018 gewerkt aan een digitaal ecosysteem waarin alle facetten van stedelijke vraagstukken – de zogenoemde wicked problems – samenkomen. Vanuit het beleid ‘Digitale Samenleving’, dat door de gemeenteraad is vastgesteld, worden verschillende lagen van informatie gecombineerd om de werkelijkheid beter te begrijpen. Met behulp van sensoren en indicatoren (zoals geluidspieken of energielabels van woningen) wordt inzicht verkregen in de leefomgeving, waarop besluiten en onderzoeken kunnen worden gebaseerd. Belangrijk is de samenwerking in alle lagen van de organisatie, met ambassadeurs, inwoners en zelfs kinderen die meedenken en data aanleveren. Betrouwbaarheid en actualiteit van data staan daarbij centraal. Zo ontstaat een lerend ecosysteem dat zowel beleid als uitvoering versterkt.

Ook op rijksniveau wordt gewerkt aan de versnelling van gebiedsontwikkeling en het toegankelijk maken van geodata. Via platforms als ISOR, DMI en initiatieven als de City Deals Openbare Ruimte en Toekomstbestendige Gebiedsontwikkeling wordt gewerkt aan kennisdeling, publiek-private samenwerking, parametrisch ontwerpen en integrale financiering. Zo bouwen de G40-steden stap voor stap aan een schaalbare aanpak waarin data, beleid en uitvoering elkaar versterken — en de stap van willen naar doen daadwerkelijk wordt gezet.


Naar een pact voor vitale binnensteden?


Na een wandeling door de binnenstad gaf voorzitter Maarten Burggraaf de vloer aan twee initiatieven. Om binnensteden toekomstbestendig te maken is het noodzakelijk dat publieke en private partijen hun krachten bundelen om gebiedsgerichte transformaties in binnensteden mogelijk te maken en te versnellen. Marijke van Hees (voorzitter landelijke Retailagenda) en Jos Sentel (Citydeal dynamische binnensteden) werken aan een structureel vervolg. Een bundeling van krachten met private partijen zoals pensioenfondsen vergroot de investeringsmogelijkheden. Gedacht wordt aan een nieuw exploitatiemodel met meer aandacht voor de lange termijn en het waarderen van maatschappelijke impact. Hierbij zou dan een vernieuwd instrumentarium horen.

Meer informatie:  
Marijke van Hees: marijke@mvanhees.nl
Jos Sentel: jos.sentel@third-place.nl

Inmiddels werken 10 steden samen aan hun aanpak voor stadslogistiek. Ze kunnen zo met één stem speken richting marktpartijen, het ministerie van I&W heeft het initiatief (Pdf) omarmd. Als meer steden meedoen wordt de slagkracht nog groter.


Financiën


Tijdens de bijeenkomst van de themagroep Financiën, met wethouders uit meerdere gemeenten en de VNG, kwamen de belangrijkste ontwikkelingen in de gemeentefinanciën aan bod.

Kort samengevat:
Gemeenten ontvangen incidenteel € 728 miljoen jeugdzorgcompensatie (2023/2024) en € 60 miljoen voor verkiezingsorganisatie, over de structurele groei en kosten van de verkiezingsorganisatie wordt het gesprek nog gevoerd. Verder is er gesproken over de plasticverbrandingsheffing (waarschijnlijk € 30 per huishouden per 1-1-2027), extra middelen voor vrouwenopvang € 12 miljoen en de positie van werknemers sociaal werkbedrijven.

Daarnaast loopt het onderzoek naar actualisatie van kosten en enkele definities in het model van de herijking van het gemeentefonds nog. De bedoeling is dat er in de meicirculaire 2026 meer bekend is. Tot slot werd de operatie SPUKS behandeld: de BDU-korting Verkeer en Vervoer is uitgesteld en er volgen gesprekken met vakdepartementen over taken en middelen van de overige SPUKS. Hierbij nog een algemene opmerking: het is verstandig een digitale te oploop te organiseren kort na of voor financieel belangrijke gebeurtenissen dit werkt beter dan tijdens de G40-dagen. Wanneer er veel andere inhoudelijke gesprekken zijn.

Interbestuurlijke samenwerking 
 

‘Uiteindelijk is het toch de vraag hoe de muis bij de kaas komt'. Zo vat een bestuurder de ervaringen met rijkssubsidies als de Regiodeals samen. Het sluit aan bij de bevindingen van Martijn Groenleer, hoogleraar economie bestuurskunde aan de Tilburg University, die deze sessie leidt. Hij onderzocht de totstandkoming van de Regiodeal Noord-Oost Brabant, die in 20238 niet en twee jaar later wel gehonoreerd werd. Groenleers benadrukt dat alleen een inhoudelijk goed plan niet voldoende is: succes vraagt ook investeren in relaties, zowel ambtelijk als politiek. Interbestuurlijke samenwerking is een strategisch proces. Beïnvloeding begint vanaf dag één. Daarbij is ‘het binnenhalen van de zaak niet het einde van het vermaak'. Ook structureel, na toekenning van gelden door het Rijk, is het belangrijk samen te blijven kijken naar de inzet van capaciteit (zowel vanuit Rijk als gemeenten), naar wederzijdse steun (ook als het lastig wordt in de uitvoering) en naar maatschappelijke meerwaarde voor de regio (voorbij losse projecten bouwen aan brede welvaart). 

Dit soort partnerschap vraagt vertrouwen in elkaar, oprechte wederzijdse interesse en een gelijkwaardigheid tussen rijk en gemeenten die misschien wel onrealistisch is. In de praktijk zijn Rijk en gemeenten nu eenmaal verschillende grootheden, en lobby en onderhandelen hoort erbij. Van de kant van het Rijk ervaren regio's een sectorale aanpak met wensenlijstjes uit verschillende departementen, een zware nadruk op ‘verantwoording’ en weinig ruimte. Tegelijkertijd is het goed om als gemeenten de blik op onszelf te richten. Zien we het rijk als meer dan een ‘flappentap'?, vragen bestuurders zich af. Zijn we voldoende doordrongen van het feit dat het Rijk ook afhankelijk is van gemeenten voor het behalen van beleidsdoelen (bijv. in de woningbouw) en durven we die kaart te spelen? Hoe stevig durven we te gaan staan voor onze eigen regionale plannen, ook als het rijk die niet met subsidies honoreert? En zouden we collectief uit de ‘beauty contest’ van tijdelijke impulsgelden durven stappen? 
Daarmee eindigt deze sessie in een mooie vraag voor het vervolg: hoe kunnen we de strategische autonomie van steden vergroten en vanuit zelfbewustzijn opereren, zodat we minder afhankelijk zijn van het Rijk?

Meerjarige kaders Europa

De themagroep Europa boog zich op het voorstel van de Europese Commissie voor de aankomende budget periode 2028-2035 (het Meerjarig Financieel Kader). In dit voorstel worden Europese budgetten volgens een nieuwe, meer centralistische manier, vorm gegeven. Ellen van Selm, burgemeester van Purmerend en namens de VNG bestuurlijk trekker op dit dossier, presenteerde aan de aanwezige G40-steden de implicaties van het voorstel, het gezamenlijke standpunt hierop en de beïnvloedingsstrategie. Een levendig gesprek volgde. 

Daarnaast werd tijdens deze sessie de Netwerkkaart Europa 2025 gepresenteerd. Een product dat Platform31 in opdracht van de themagroep opstelt. Auteur Feline van Bakel gaf namens Platform31 een toelichting.