Willemien Vreugdenhil was vijf jaar voorzitter van de pijler economie en werk en lid van het Dagelijks Bestuur. Per 1 juni 2020 vertrekt ze als wethouder en daarmee ook bij de G40. In deze bijdrage grijpt ze de kans ‘haar hart te laten spreken over de schoonheid van onze democratie maar ook mijn zorgen te delen die ik erover heb’.
Eerst de zorgen. Mijn zorgen liggen in de omgang met onze vrijheden. Vrijheden die we inleveren, krijgen we niet zomaar terug. Burgerrechten en persoonlijke vrijheden dreigen massaal te verdwijnen onder de druk van de corona crisis. Tegen welke prijs? Zonder de ernst van de pandemie te bagatelliseren, moeten burgers en politici voorkomen dat wij door de coronacrisis onze burgerlijke vrijheden als kind met het badwater weggooien. De prijs is dan te hoog. Daarnaast moeten burgers en politici voorkomen dat de toch al bestaande kloven in de samenleving niet verder worden vergroot: tussen oorspronkelijke inwoners en immigrant, tussen arm en rijk. En juist omdat we mensen zijn, is het waarderen en koesteren van onze grondrechten opgeschreven in onze Grondwet na eeuwenlange bloederige twisten, zo van levensbelang. Want wij mensen zijn tegenstrijdig: paniek en solidariteit egoïsme en menselijkheid gaan vaak hand in hand. En juist in een volatiel klimaat als het onze kan de grondwet helpen om het gesprek over gemeenschappelijk waarden te laten herleven.
Sinds een aantal jaren ben ik betrokken bij het grondwetreveil. De Grondwet leidt een armetierig bestaan in Nederland. Bij vele functies wordt de eed of belofte afgelegd, waarbij trouw aan de Grondwet wordt beloofd of gezworen. Maar weten al die mensen wat er in de grondwet staat? De Grondwet wordt door alle partijen onderschreven en biedt taal voor een gemeenschappelijke grond van waarden onder onze voeten, vanuit de verschillende politieke stromingen in ons land. De moeite van het opdiepen waard. Het goud dat ongemerkt in onze belofte of eed verscholen zit.
En die gemeenschappelijke grond is hard nodig in de tijd van nu. Al voor de coronacrisis waren er zorgen over de staat van onze democratische rechtsstaat. Niet voor niks vergeleek Claudia de Breij in haar oudejaarsconference met de jaarwisseling 2019/2020 ons gedrag met de Snollebollekes dansend op een breekbare en kwetsbare brug, waarbij de brug symbool staat voor onze democratie. “Naar links en Naar Rechts!” hossend en stampend over de brug en maar hopen dat de brug niet instort. Ook in Europa voelen we de breuklijnen en de ondermijning. Jongeren liepen nog maar een half jaar geleden over het Malieveld met zorgwekkende spandoeken “the climate gets hotter than my imaginary boyfriend”. Meningen in het debat bepalen steeds vaker onze gevoelens voor elkaar. Er ontstaan parallelle samenlevingen in de voorsteden van Parijs, in Brussel, Londen en andere grote steden, waar grote groepen inwoners niet verbonden zijn met het land waar ze wonen. Maar soms ook heel concreet dichtbij, collega DB-lid Wienen die lange tijd beveiliging nodig heeft om zijn werk gewoon te kunnen doen. Democratie is waar de meerderheid de belangen van de minderheid respecteert, met een onafhankelijk rechtsspraak en een vrije pers, prentte Claudia de Breij ons in. Een democratie gestoeld op onze grondwet, die ons alles bindt.
En daarom is het gesprek over wat ons bindt nu juist zo noodzakelijk en belangrijk in. De geschiedenis leert ons de prijs als we dat gesprek niet aangaan. Het indrukwekkende boek van Sebastian Haffner “Het Verhaal van een Duitser” beschrijft autobiografisch de tijd vlak voor de Tweede Wereldoorlog in Berlijn. De jaren ’20 waarin Duitsland rouwt om de Eerste Wereldoorlog en probeert haar identiteit te vinden in de competitie van o.a. Franse en Britse ego’s in Europa, de jaren ’30 waarin het politieke klimaat steeds onrustiger wordt en de atmosfeer langzaam zwanger raakt van ongenoegen en de groei van opstootjes en populisme zichtbaar maakt dat het onveiliger wordt. En ten slotte de overwinning van de nazi’s met als gevolg de steeds brutalere en onrechtmatige inperking van burgerlijke vrijheden met uiteindelijk de machtsovername na de brand van de Reichstag. De rest is geschiedenis en we weten hoe die verder afliep.
Het veronachtzamen van de rechtstaat en de democratie en het niet snappen wat een samenleving kan verliezen is de domste fout die we met het verleden van 75 jaar bevrijding in 2020 nog op het vizier, kunnen maken.
De schoonheid van onze democratie ligt in ons moreel erfgoed, opgeschreven in de grondwet. Een gemeenschappelijke grond van waarden die we moeten herontdekken en bevestigen. Ons de vragen te stellen als: Wie is mijn naaste? Marilyn Robbinson zegt het in de Nexuslezing van 2018 heel treffend: “Als sociale wezens hebben we de ongelooflijke macht om anderen op te bouwen of af te breken. (….) We weten niet wat verborgen ligt in onszelf zolang we niet in dergelijke omstandigheden hebben verkeerd. En dat vraagt om terughoudendheid in ons oordelen”. Zelf vind ik het verhaal van de Barmhartige Samaritaan uit de Bijbel veelzeggend. Niet de eigen geloofsgenoten helpen een man die ten prooi is gevallen aan rovers. Zij (de Priester en de Leviet) lopen hem voorbij. Het is de Samaritaan (in onze tijd zou dat zomaar een Marokkaan kunnen zijn) die hem helpt en zijn verwondingen verzorgt en hem veilig naar een herberg brengt.
Welke beelden hebben wij? Zijn wij bereid om beelden bij te stellen? Of is het misschien zelfs bittere noodzaak om een nieuw wij te vinden?
Beste collega’s, laten we als ambtsdragers van het mooie ambt van burgemeester en wethouder ons oordeel uitstellen en vechten voor de rechten in onze grondwet. Laten we een perspectief van Hoop bieden in ons werken en handelen. Micha de Winter vertaalde de letters van het woord Hoop als volgt: de H van Handelingsperspectief bieden, de O van impulsieve Oordelen onderbreken, de O van Optimisme voorleven en de P van Participatie van degenen die onze stem nodig hebben. Mooier kan het niet gezegd worden. Dat is heilig, dat is belangrijk, dat is de moeite van het beschermen waard. Er staat teveel op het spel.
Per 1 juni 2020 zal ik vertrekken als wethouder en daarmee als voorzitter van de pijler en DB-lid van de G40. Ik hoop mij samen met mijn gezin en verloofde op de toekomst te richten en ik open mijn armen voor alles dat komt.
Een persoonlijk woord van dank wil ik hier uitspreken voor Tjeerd Leistra. Tjeerd is als secretaris al die jaren mijn steun en toeverlaat geweest en ik ben ontzettend dankbaar daarvoor. Tjeerd is een van de best bewaarde geheimen van de G40. Erudiet, snelle denker en verbinder en oer- Nederlands nuchter als het nodig is en on- Nederlands gedreven als het kan. Dank Tjeerd!
Ik wil u allen hartelijk danken voor de mooie samenwerking van de afgelopen jaren. Het was voor mij erg leerzaam en relativerend om regelmatig onder de Edese kaasstolp vandaan te kruipen en te zien dat het gras bij de buren echt niet altijd groener is. Het was mooi om Nederland in allerlei steden nog beter te leren kennen. Ik dank u nogmaals hartelijk voor het in mij gestelde vertrouwen en wens u alle goeds en wijsheid toe in uw belangrijke werk en hopelijk tot ziens.
Willemien Vreugdenhil