Nieuws

G40 reageert op het wetsvoorstel Versterking regie op de volkshuisvesting

In G40 steden wordt de druk van de schaarste op de woningmarkt sterk gevoeld. We dragen graag bij aan het oplossen hiervan. Zodat er voor iedereen een passende en betaalbare woning is in prettige, leefbare omgeving. De voorgestelde Wet versterking regie op de volkshuisvesting biedt een aantal goede instrumenten om woningbouw te versnellen en als G40 onderschrijven we deze doelen en ambities van het Rijk. Wij steden werken graag mee in het realiseren hiervan. De stad vervult een spilfunctie in de regio en neemt in volle verantwoordelijkheid de rol die verwacht en gevraagd wordt. Die ruimte en gelegenheid moeten dan in onze samenwerking maximaal door het Rijk en regio worden geboden. De G40 ziet daarvoor graag een aantal aanscherpingen in de wet.

Wij staan achter de VNG consultatiereactie op de Wet versterking regie op de volkshuisvesting. Daarbovenop vragen we aandacht voor de rol van steden waar zowel de schaarste van woningen en het aantal kwetsbare huishoudens dat om woningen en voorzieningen vraagt veelal hoger ligt dan in andere gemeenten. G40 steden vervullen een regionale centrumfunctie waar voorliggende wet nog niet voldoende waarborgen geeft. Onze centrumfunctie komt het beste tot zijn recht wanneer ook de overige regiogemeenten hun bijdrage leveren in het huisvesten van de aandachtsgroepen en urgente doelgroepen. De G40 steden staan daarom achter een eerlijke verdeelsystematiek voor evenredige verdeling. Dit mag nog steviger vastgelegd worden in de wet, waarbij een rol voor de provincie is weggelegd voor afdwingbare fair share; zowel qua woningprogramma en woningtoewijzing. Zo kan de stad leefbaar zijn en een thuis bieden voor al haar inwoners.

Om woningen te kunnen realiseren zijn randvoorwaarden noodzakelijk in instrumentarium en financiering voor gemeenten. De wet voorziet hier onvoldoende in. Het versnellen van de woningbouw, het beter betaalbaar maken hiervan met behoud van kwaliteit - kan niet zonder extra instrumenten en geld. 

Vanuit dit stedelijke oogpunt pleiten wij voor aandacht en aanpassing op de volgende punten:

  • Wij bepleiten het duidelijker opnemen in de wet van regels voor fair share tussen gemeenten in het aanbieden van sociale woningbouw. Dit vraagt om maatregelen, zodat alle gemeenten spoedig tot 30% sociaal komen. Zo kan de wet aangescherpt worden met dat ‘gemeenten met minder dan 30% sociaal in de voorraad meer dan hun huidige aandeel moeten opnemen in de bouwplannen.’ Om dit einddoel te bereiken is een ingroeipad noodzakelijk dat past bij de startsituatie en context van elke gemeente.
  • Om deze fair share te kunnen bereiken zijn investeringen in voorzieningen in zowel stad als kleinere omringende gemeenten van belang. Daar moet rijksbrede coördinatie en bundeling van beleid voor zijn.
  • Corporaties zijn onze belangrijkste partners waar het gaat om sociale woningbouw, de wetgeving moet helpen om gezamenlijk de (lokale) prestatieafspraken te realiseren.
  • Wat betreft urgentie: Neem een regionaal uniforme urgentieverordening en afsprakenkader met corporaties en zorgpartijen op in de wet. Neem statushouders ook als wettelijke urgente doelgroep op in de wet, dit is beter voor de eenduidigheid. Haal de leeftijden uit de definitie voor wat betreft jongeren die uitstromen uit de Jeugdwet.
  • Versterk uitvoering en betaalbaarheid: Verbreding en versnelling in het woonbeleid zijn zonder extra middelen niet te realiseren, waarbij bijvoorbeeld personeelstekorten zich niet eenvoudig laten oplossen. Dit moet een blijvend aandachtspunt zijn voor het Rijk.
  • Biedt als Rijk instrumenten ter ondersteuning van de gemeentelijk regie:
    Biedt als Rijk meer instrumenten, ruimere mogelijkheden en financiering  voor sturend grondbeleid (verruiming van de wet- en regelgeving, financiering van onrendabele top, inname strategische grondposities). Kom met een landelijk uniform en laagdrempelige systeem voor monitoring van huurprijzen om gemeenten te ontlasten. Kom met een aanvullende en eenvoudigere subsidieregeling voor (kleinere) projecten om een percentage van twee-derde betaalbaar mogelijk te maken. Help als Rijk bij de regie op sociale huur in de particuliere sector door een nulmeting, huurwoningenregister en behoud van de huidige juridische basis om de toewijzing van de sociale huur door particulieren via het reguliere woonruimte verdeelsysteem af te dwingen.
  • Laat voldoende ruimte voor maatwerk en beleidsvrijheid: Wij pleiten er voor om de huidige woningmarktregio’s uit zowel de Woningwet als de Huisvestingswet te handhaven en de regelgeving zo aan te passen dat corporaties mogen investeren in meerdere woningmarktregio’s als ze daar bezit hebben. Hier dient de wet op aangepast te worden.
  • Wij pleiten voor beleidsvrijheid van gemeenten om een woonvisie en een separate woonzorgvisie of één volkshuisvestingsprogramma te maken dat beide onderdelen bevat. Samenwerking tussen de domeinen wonen en zorg is noodzakelijk. Kijk nog naar heldere juridische grondslag van het volkshuisvestingsprogramma in de wet, dat betekent vaststelling door de raad en dus niet door college zoals in het wetsvoorstel staat.
  • Het is terecht dat de wet een verbinding maakt tussen afspraken in het sociale domein en de prestatieafspraken voor wonen. Uitgangspunt is een integrale, domeinoverstijgende aanpak. Steden sturen nadrukkelijk op een gezamenlijke aanpak met zorg- en welzijnspartners en woonpartners. Om dat mogelijk te maken is wel voldoende beleidsvrijheid noodzakelijk.

Daarnaast vragen wij aandacht voor de volgende G40 uitgangspunten:

  • Het tekort aan sociale huurwoningen zorgt voor een groeiende concurrentie tussen verschillende aandachtsgroepen. De wens en behoefte om ervoor te zorgen dat urgente aandachtsgroepen voldoende bediend worden moet en mag niet ten koste gaan van reguliere woningzoekenden.
  • Het verhogen van de woningbouwproductie, zeker in het betaalbare segment, mag wat ons betreft niet ten koste gaan van de kwaliteit en leefbaarheid. Voor het belang van leefbaarheid moeten we aantrekkelijke wijken ontwikkelen.
  • Naast woningbouw zal er ook (regionale) aandacht moeten zijn voor het op peil houden en zo nodig investeren in voorzieningen (werk, OV, scholing, zorg) –  zowel in steden als kleinere gemeenten -  omdat wonen meer is dan een woning.