De G40 blijft zich inzetten voor sterke steden, ook in politiek roerige tijden. Voorzitter Paul Depla opende de bestuurlijke netwerkdag met een reflectie op de val van het kabinet: Wij als steden kunnen nu laten zien dat we voorwaarts blijven gaan. Laten we onze inwoners en ondernemers laten zien dat we blijven zoeken naar oplossingen voor urgente problemen. Ook gastheer Harald Bergmann burgemeester van Schiedam benadrukte de lokale kracht: Bewoners, ondernemers en bestuurders zijn gezamenlijk aan zet in de wijk en in de stad.
Hoofdspreker journalist en planoloog Floor Milikowski bood volop inspiratie. In gemeenten bloeit en broeit veel, laat zien wat er van onderop kan. Veel voorbeelden uit het land tonen dit nu al aan, Milikowski beschrijft dat in haar nieuwe boek Contouren van een nieuw land. Een rode draad vormt het anders omgaan met de logica van de planeconomie; ontmoetingsruimte levert geen geld op maar wel meer sociale cohesie. Emmen heeft een jaar de tijd genomen om een stadspark te ontwikkelen dat de inwoners als gegoten zit. Met voorbeelden bewijst ze dat ontmoetingsruimte in een woonwijk er voor zorgt dat mensen op elkaar letten en meestal rekening houden met elkaar, dat voorkomt hoge kosten voor zorg en handhaving. Soms moet je bepaalde zekerheden loslaten om vooruit te komen, en dat blijkt vaak lastig. En dat terwijl Nederland een lange traditie heeft in maakbaarheid (een groot deel van het land zou anders in zee liggen) en groots denken: Dutch Design.
Dagvoorzitter Maarten Hoorn ging in gesprek met onze gastheer en de zaal. Harald Bergmann: Mensen maken de stad, help dat organiseren. Een stad waar mensen elkaar ontmoeten en waar ze wat voor elkaar doen. In Schiedam is dat geen vanzelfsprekende zaak, maar ook hier zijn goede voorbeelden. Doel van de gemeente is om mensen vooruit te helpen, en te zorgen dat als ze vooruit gaan ze ook in de stad willen blijven wonen. Dit is een proces van lange adem, maar de eerste resultaten zijn zichtbaar. Schiedam heeft twee wijken in het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid. Hier woont een grote bevolkingsgroep met kleine, vluchtige en onzekere woonruimte; de arbeidsmigranten. Martijn de Kort noemt de Brabantse informatiepunten voor arbeidsmigranten als goed voorbeeld, in Helmond wordt dat geïntegreerd in een ontmoetingshuis voor de wijk. Marc Teutelink noemt de coalitie ouderenzorg met corporaties in Enschede. Jos Wienen noemt de parkeergarage in de duinen in Katwijk als mooi voorbeeld waar een integraal ontwerp heeft geleid tot een grote kwaliteitswinst. Anja Prins noemt het programma Spelen, bewegen en ontmoeten in Apeldoorn. In de zaal wordt herkend dat gemeenteraden moeite hebben om de koers te verleggen als ze niet zeker weten dat dit ook succesvol zal zijn. Floor Milikowski: Het grootste risico is dat we geld overhouden zonder in te spelen op de mogelijkheden van morgen.
In een deelsessie met hoogleraar Henri de Groot (VU Amsterdam) werd het REOS-experiment besproken. Een netwerk van strategen van steden, provincies, ministeries en wetenschappers werken samen aan de rol van de overheid in de ruimtelijk-economische ontwikkeling van stedelijk Nederland. De wetenschappers ondersteunen de regio’s met wetenschappelijke informatie over de toegevoegde waarde van economische sectoren en de operationalisering van het begrip brede welvaart. De strategieën in de Nota Ruimte (in ontwikkeling) zijn vitaliseren, initiëren, stimuleren, transformeren en accommoderen. Het is hierin nodig om keuzes te maken, en dat is lastig voor het rijk. Frank den Brok: Als het Rijk niet kiest, kiest de regio.
Schiedam voert een brede inclusieagenda ‘Samenleven in een kleurrijk Schiedam’ met daarin opgenomen o.a. een aanpak op discriminatie. In deze sessie was aandacht voor inclusiebeleid en het uitvoeringsprogramma dat zich richt op een samenleving waarin iedereen de ruimte krijgt om mee te doen en waarin we rekening houden met elkaar en we ervoor zorgen dat niemand wordt buitengesloten of gediscrimineerd. Schiedam zet zich hierbij in op het bevorderen van ontmoetingen.
De Schiedamse wethouders Anouschka Biekman en Cemil Kahramanoglu, beide portefeuillehouder samenleven, deelden op openhartige wijze hun ervaringen en inzichten met de deelnemers aan deze deelsessie. De deelnemers spraken o.a. over: Hoe zet je je je als gemeente in voor thema’s zoals het aanpakken van discriminatie, het koloniaal – en slavernijverleden, de gemeente als inclusieve organisatie en werkgever, regenbooggemeente en toegankelijkheid? Wat kom je onderweg tegen, hoe pak je dit op en wie betrek je daarbij? Hoe faciliteer je de dialoog tussen verschillende groepen in de stad? Hoe ga je als college in gesprek met de gemeenteraad? Welke rol heeft de burgemeester? Dit leidde dit tot een leerzame en boeiende uitwisseling tussen de deelnemers.
Eén van de speerpunten van dit college is armoedebestrijding, en ook Schiedam zet hier stevig op in. Tijdens deze sessie presenteerde wethouder Petra Zwang het lokale beleidsprogramma Veerkrachtig Meedoen. Ze nam de deelnemers mee in de totstandkoming van het beleid en benadrukte vooral de verschuiving in het narratief: van 'armoede' naar 'veerkracht'. Met trots lichtte zij verschillende initiatieven toe binnen het Schiedamse beleid, zoals het verminderen van bureaucratie voor minima. Een concreet voorbeeld is het beschikbaar stellen van de minimaregeling via de Rotterdampas, waarmee Schiedam laat zien dat het bestrijden van stigma’s een belangrijk uitgangspunt is.
De sessie eindigde met een prikkelende en uitdagende werkvorm: de deelnemers werd gevraagd na te denken over wat gemeentes kunnen doen om het mensen zo moeilijk mogelijk te maken. Deze omgekeerde benadering confronteerde hen met hun blinde vlekken en daagde de deelnemers uit anders te denken over toegankelijkheid en dienstverlening. Dit leidde tot waardevolle gesprekken over wat we wel moeten doen om inwoners echt vooruit te helpen.
Schiedam was woensdag 4 juni gaststad voor de G40-bijeenkomst die in het teken stond van het verbinden van het fysieke en het sociale domein. Daar sluit het Nationaal Programma Nieuwland en Oost (NPNO) naadloos op aan. Daarom wandelden geïnteresseerden tijdens de lunch met programmadirecteur Fraukje Douwma door de wijk. We liepen langs het pand wat NPNO-partner Woonplus Schiedam beschikbaar heeft gesteld voor het starten van een wijkcoöperatie door bewoners. Bij een basisschool vertelde de directeur over de uitdagingen van leerachterstanden en het belang van voorschoolse educatie. En natuurlijk was er aandacht voor de bouwopgave, wonen en veiligheid. We spraken en luisterden over samenwerken, vallen en opstaan, maar vooral over de mooie stappen die we samen zetten in Nieuwland en Oost én in de andere NPLV-gebieden.
Eén van de inspirerende bijdragen tijdens de bijeenkomst kwam van Lydia Buist, directeur gebiedsontwikkeling van het SchieDistrict. Zij stond stil bij een prikkelende en actuele vraag: hoe verbinden we stedelijke ontwikkeling met sociale vooruitgang? Lydia gaf een boeiend inkijkje in de manier waarop Schiedam met het SchieDistrict werkt aan een schaalsprong op het gebied van wonen, werken, mobiliteit en een leven lang ontwikkelen. In dit gebied komt een ambitieus en toekomstgericht initiatief tot leven. SchieDistrict is veel meer dan een ruimtelijk project; het is een investering in het hart van de stad.
Ze liet zien hoe wonen, werken en leren binnen SchieDistrict geen gescheiden werelden zijn, maar elkaar juist versterken als bouwstenen van een leefbare stad. Mobiliteit wordt er slim en duurzaam ingezet en het concept van ‘een leven lang ontwikkelen’ wordt er niet enkel als slogan gebruikt, maar daadwerkelijk in de praktijk gebracht. In Schiedam bouwen we aan een stad die haar verleden eert, maar met open vizier naar de toekomst kijkt. SchieDistrict staat symbool voor deze visie: een plek waar we niet alleen het erfgoed koesteren, maar ook actief investeren in de toekomst van onze stad én haar inwoners.
De aftrap van deze sessie werd gedaan door gaststad Schiedam die in een presentatie, door Dorinde Hoogsteden, contractmanager sport, toonde hoe door de komst van het tunnel tracé A4 een enorm open sportpark is ontwikkeld met meerdere functies waaronder een sportluifel, wat veel heeft betekend voor de sociaal maatschappelijk rol van sport binnen Schiedam. Niet alleen is er een toename zichtbaar geweest bij sportclubs, ook nieuwe sporten hebben een plek gevonden in de buitenruimte. Ook mensen die, niet aangesloten bij een sportaanbieder, willen sporten maken veel gebruik van de voorzieningen. Tom van ’t Hek, voorzitter van de Nederlandse Sportraad, complimenteerde Schiedam met deze groei in sportdeelname. Wat de Nederlandse Sportraad ziet, is dat juist de mensen die we in beweging willen krijgen moeilijk te bereiken zijn. Hierover ging hij in gesprek met de aanwezige wethouders en burgemeesters. Hoe kunnen we topsport, breedtesport en beweging binnen de samenleving bevorderen? De winst hiervan is breder dan alleen sport, en zou daarom ook uit andere budgetten kunnen komen. Het voorbeeld van de beweegmakelaar in Apeldoorn sloot hier mooi op aan. In Apeldoorn wordt vanuit het zorgbudget gepoogd mensen door een leefstijlinterventie weer in een gezond leefpatroon te krijgen. Tachtig procent van de bewoners die bereikt zijn met de beweegmakelaar zijn uiteindelijk ook aan het bewegen geraakt. De Sportraad benadrukt dat sport en bewegen vaak wordt weggezet als kostenpost zonder te kijken wat het opbrengt. Belangrijk is dat we ook hierbij integraal kijken en samenwerken binnen gemeenten. En met elkaar zorgen dat we de winst uit de huidige preventieprogramma’s niet loslaten als steun hiervoor vanuit het Rijk na 2026 afloopt.
Hoera! Schiedam viert in 2025 dat het 750 jaar geleden stadsrechten kreeg van Aleida van Holland. Projectleider Marien Brand gaf in het Jenevermuseum een inkijk in de viering ‘Schiedam viert 750’: hoe is het programma samengesteld, welke rol hebben de inwoners, organisaties en het bedrijfsleven hierbij. En welke tips zijn er halverwege de viering te delen. Er is een uitgebreid programma van 18 maart tot eind september 2025, waarbij de historie van Schiedam gevierd wordt met een programma vol activiteiten voor en door alle Schiedammers. Tegelijk staat de toekomst van onze levendige en kleurrijke stad centraal. We kijken vooruit. Het motto is dan ook Schiedam viert de toekomst!
In een drukbezochte sessie na de lunch presenteerde Het Planbureau voor de Leefomgeving de uitkomsten van de Integrale Circulaire Economie Rapportage 2025 (ICER). ICER schetst ovv het kabinet de ontwikkeling van de circulaire economie in Nederland. De transitie blijkt complex, maar er zijn ook kansen. Zo liet het praktijk en expertisecentrum circulaire economie (PRICE) zien. Zij ontwikkelde samen met G40- stad Almere een cursus duurzaam inkopen en aanbesteden. Door het stellen van de juiste vraag, kun je een duurzaam effect bereiken. Op deze manier kun je de circulaire ambities vertalen naar concrete producten of ontwikkelingen in de stad.
Meer impact maken is ook wat de VNG drijft bij de krachtenbundeling van de medeoverheden. Op 20 maart jl. ondertekende de VNG deze samenwerking, om samen met rijk en provincie op 6 thema’s meer voortgang te gaan maken. De thema’s zijn: ruimte voor circulaire economie, circulair inkopen, VTH, Circulair ondernemen MKB, ketensamenwerking en kennisdelen. G40-steden zijn uitgenodigd om inhoudelijk bij te dragen aan de thema’s. Samen weten we meer en kunnen we meer effect bewerkstelligen.
In 2050 zijn alle woningen in Nederland van het aardgas af. Voor 5 miljoen woningen in Nederland is een all-electric of hybride warmtebron een serieuze optie blijkt uit de recente PBL-startanalyse van 2025. Dit kunnen individuele warmtepompen zijn, maar ook klein-collectieve warmtepompen en hybride tussenvormen. Tijdens deze thema sessie gaat de Stroomversnelling in gesprek met G40 bestuurders over de mogelijkheid voor een collectieve wijkaanpak met een all-electric oplossing om de warmtetransitie te versnellen.
Het verduurzamen van je woning en het aardgasvrij maken is complex. Dat herkennen bestuurders. Een inventarisatie ronde geeft een wisselend beeld welke stappen bestuurders zelf hebben gezet om hun huis te verduurzamen. Veel bestuurders hebben al stappen genomen en een label sprong gemaakt. Sommigen hebben een huis gekocht dat al verduurzaamd is. Anderen zijn de uitdaging aangegaan en hebben een oude woning onder handen genomen. Zij realiseren zich dat het voor inwoners complex is en er nog weinig ondersteuning is voor een gebiedsgerichte all-electric aanpak.
Door een versnipperde aanpak worden kansen gemist voor standaardisatie van producten en processen waardoor kosten onnodig hoog blijven. Mensen die minder makkelijk toegang hebben tot financiële middelen blijven aangewezen op het aardgasnet. Dit leidt tot een oneerlijke verdeling van kosten en verhoogt de kans op energiearmoede. Om energiearmoede tegen te gaan is het noodzakelijk dat gemeenten inwoners helpen met een bestaansminimum. De vraag is hoe rechtvaardig dit is naar de rest van de samenleving. Tilburg organiseert een burgerberaad om inwoners mee te laten praten over energierechtvaardigheid en de inzet van de gemeente bij de warmtetransitie om energiearmoede tegen te gaan.
Netvriendelijke all-electric oplossingen zijn cruciaal voor het halen van de klimaatdoelen, om in vulling te geven aan de woningbouwopgaven en energieonafhankelijkheid. Landelijk zijn er nog wel de nodige knelpunten. Er zijn all-electric warmte oplossing via een collectieve wijkaanpak zonder dat dit extra netcongestie tot gevolg heeft. Dit is een aanpak die opschaalbaar is, waarvoor processen zijn te standaardiseren en betaalbaarheid bevorderd. Hierdoor wordt stilstand in de verduurzaming voorkomen en zijn de kosten per adres uiteindelijk lager. Dit is ook een oplossing voor nieuwbouw, gecombineerd met passiefbouwen nu netcongestie de grote beperkende factor is in grote delen van Nederland. Ook geeft het gemeenten handelingsperspectief als ze niet de beschikking hebben over duurzame warmtebronnen waardoor een warmtenet afvalt om woningen en gebouwen aardgasvrij te maken
Politiek ligt de warmtetransitie gevoelig. Het zou helpen om het tempo te matigen om aardgas uit te faseren en om in de toekomst te kunnen versnellen. Het is ook een sociale transitie. Het is belangrijk om de klantreis goed in te richten en inwoners goed mee te nemen. NPLW speelt hier een grote rol in! Warmtemaatschappij in Oldenzaal biedt een vergelijkbaar concept aan als de Stroomversnelling!
Conclusie van bestuurders is dat je moet beginnen! Vanuit de praktijk kunnen voorbeelden aangedragen worden bij NPLW, ministerie van KGG en VRO. Zo ontstaat er een landelijke discussie. Het G40-Netwerk speelt hierin een belangrijke rol.
Oproep van de Stroomversnelling
Gezocht: 5 wijken met de doelstelling om all-electric te verduurzamen
Wat biedt Stroomversnelling: een financiële en technische analyse van de casus in de wijk; een uitgewerkt procesaanpak om tot daadwerkelijke realisatie van het project te komen.
In de sessie datagedreven en integrale gebiedsontwikkeling vertelden Eindhoven en Dordrecht welke stappen zij zetten naar deze werkwijze. Gebiedsontwikkelingen worden steeds complexer, dat vraagt om een andere, digitale manier van werken. Datagedreven werken vraagt visie en lange adem, maar kan een belangrijke steun zijn bij besluitvorming in complexe gebiedsontwikkelingen. Als gemeenten en marktpartijen samen aan gebiedsontwikkelingen kunnen werken met dezelfde dataset draagt dat bij aan meer snelheid en betere kwaliteit. Vanuit het Rijk en de markt werd een dringend appèl op de G40-steden gedaan om de digitale samenwerking te verkennen en te intensiveren.
Op de bestuurlijke tweedaagse in september in Tilburg komt een vervolg op deze sessie.
Het ministerie van BZK werkt aan de ontwikkeling en invoering van een beleidskader decentraal bestuur en aan het vervolg op Elke regio telt! Van bovenaf door het Rijk opgelegde of door de provincie gestuurde regio-indelingen blijven boven de markt hangen. De G40 steden weten dat de praktijk anders werkt, dat blijkt ook uit het rapport Besturen in regionale ecosystemen (BRE) en uit de Verenigingsdialoog regionale samenwerking van de VNG. In deze sessie is verkend we hoe we een stap naar voren kunnen zetten, samen met de VNG.
Meer logische regio-indeling?
Na een korte inleiding door voorzitter van de themagroep en burgemeester van Zaanstad Jan Hamming, over waar we staan in regionale samenwerking nam Sofie Dreef het gezelschap met deze invalshoek mee in de uitkomsten van het onderzoek ‘Besturen in regionale ecosystemen’ (BRE) en welke handvatten dit geeft voor een meer logische regio-indeling. Het ging daarbij om de vraag: Waarom werk je samen? Enkele overwegingen rond congruentie van regio’s. Wat zegt het verleden ons: de historische slinger in denken over de regio en relevante lessen. Wat kunnen we leren van de buren: in Vlaanderen werkt men toe naar referentieregio’s.Afrondend gaf ze enkele punten mee:
Samenwerken
Overal in het land willen gemeenten impact maken door regionaal samen te werken, maar in de bestuurlijke (en ambtelijke) drukte van verschillende samenwerkingen is dit soms lastig. Zijn er strategieën denkbaar waarmee we tot meer congruentie kunnen komen van onderop? En waar ligt de prioriteit dan: op meer congruentie in het algemeen of per opgave? Andries Kok, directeur Lokaal bestuur en Informatiesamenleving (VNG) reageerde op basis van de uitkomsten van de Verenigingsdialoog en de presentatie van het BRE-onderzoek. De dialoog ging vooral over hoe je effectief beter samen kunt werken, niet zo zeer om tot meer congruentie te komen. Bij het aangaan van nieuwe samenwerkingen zoeken naar effectieve vormen om de opgaven te kunnen tackelen. Dus vooral HOE we de samenwerking vorm kunnen geven en het lerend vermogen van gemeenten daarin. Gemeenten werken samen in regio’s. Het Rijk verhoudt zich tot regio’s (zie Elke Regio Telt, de regiodeals etc). In gebieden komen vraagstukken samen. Gemeenten willen de regionale belangen integraal op de Rijkstafel kunnen leggen (en niet ieder departement apart), zoals de Kansenagenda’s. Het Rijk zou meer kunnen accommoderen wat de regio nodig heeft. De vraag is of de lappendeken van samenwerkingen ons nu hierin helpt?
Het Beleidskader decentraal bestuur verwachten we op korte termijn en moet helpen om taken (vanuit departementen) toe te bedelen aan decentrale overheden. Het Huis van Thorbecke blijft uitgangspunt en herwaardering van de provincie hangt in de lucht. Hoe kan het kader ons helpen bij het toedelen van taken net boven het gemeentelijke schaalniveau?
Uniform rijksbeleid gaat voorbij aan het feit dat elke regio iets anders nodig heeft
Er zijn grote schaarstevraagstukken in Nederland; keuzes voor windmolens, asielzoekerscentra, woningen, natuur, defensie en stikstof werken op elkaar in. Gaat het om een regionaal ‘pijnverdelingssysteem’ en op macroniveau? Het Rijk weet niet goed wat ze moet met ‘herijking van de beleids- en investeringslogica’; de vele gesprekken het afgelopen jaar (actieagenda sterk bestuur, elke regio telt) hebben daar nog geen richting in gegeven of bepaald.
Vervolg : G40 en VNG vinden elkaar op twee manieren
Komen met een voorstel voor een regio-indeling vanuit het oogpunt van voorzieningenniveau, met de centrumgemeente als uitgangspunt. Doel is te komen tot een meer inhoudelijk gesprek met het Rijk over ERT vanuit een maatschappelijk perspectief. Voor het beleidskader decentraal bestuur werken we dan samen varianten uit om regionale samenwerking van onderop in het kader te brengen en welke randvoorwaarden noodzakelijk zijn. De bestuurders spraken met elkaar af om deze 2 punten samen met de VNG verder uit te werken, ook al is het kabinet demissionair. De ambtelijke organisatie blijft, dus we moeten juist doorpakken. We maken een bod aan het Rijk: concreet en hoe wij denken de regionale samenwerking in te vullen (van onderop, randvoorwaarden).
Tijdens de gezamenlijke sessie van de themagroepen Zorg, Jeugd, Onderwijs, en Wonen, Welzijn, Zorg was het onderwerp 'Welzijn en senioren in de stad'. Het landelijk aanjaagteam Wonen, Welzijn, Zorg voor ouderen nam de aanwezigen mee in het nu en de toekomst. Er is sprake van een multiplyer aan zorgvragen vanaf 70 plus. Het scheiden van wonen en zorg heeft een enorme verandering in de samenleving gebracht. Daarom is het van belang dat zorg en welzijn voor ouderen hand in hand gaan met ruimtelijke ordening. Vooral voor mensen met dementie ontstaat een grote mismatch tussen verzorghuisplekken die er zijn en die er nodig zijn. De grootste kansen, kracht én mogelijkheden voor de opgave ouderenhuisvesting ligt volgens het aanjaagteam bij G40-steden. Het aanjaagteam pleit daarbij om te gaan van zorg voor mensen naar welzijn met mensen. Dit vraagt iets van de gemeentelijke regie op locaties en van programmering.
Het gesprek met de aanwezige bestuurders ging over: Waar hebben de senioren van de toekomst behoefte aan? Hoe willen zij wonen en op welke manier kunnen steden hen ondersteunen in zo gezond mogelijk oud worden? Hoe gaan gemeenten en ouderen van denken in zorg naar handelen vanuit welzijn en gezondheid? Kunnen we hierbij spreken over gezondheid i.p.v. zorg? Wat en waar bouwen steden woningen voor ouderen om doorstroom te bevorderen? Kunnen we inzetten op welzijn, ontmoeten en positieve gezondheid zonder betutteling? Uit het gesprek bleek dat senioren wel vaak willen verhuizen, maar dan naar een woning met twee slaapkamers. Er is behoefte aan verscheidenheid in de 170.000 nultreden woningen voor ouderen en niet alleen flats. En dan liefst in de omgeving van ov en ontmoetingsplekken en winkels. Het programmeren van huisvesting voor senioren is vanaf 2026 een verplicht onderdeel in de volkshuisvestingsprogramma’s en de opbrengst van deze sessie biedt goede aanknopingspunten voor de lokale programma’s.
Dat Jeugdcriminaliteit een groeiend vraagstuk is, dat onze aandacht en gezamenlijke inzet vraagt, werd breed gedeeld in de bestuurlijke sessie Zorg en Veiligheid. Hoe kunnen we jongeren, die dreigen af te glijden, effectief ondersteunen en perspectief bieden? En door tijdige preventieve interventie, voorkomen dat zij een volgende stap op het criminele pad zetten? Zorg- en Veiligheidshuizen spelen een belangrijke rol in relatie tot preventie aan de voorkant. Burgemeester Marco Out en wethouder Gert-Jan Schotanus van Alphen aan den Rijn namen ons mee in een verkennend onderzoek naar interventies zoals de Persoonsgebonden Aanpak, Maatwerkaanpak Jonge Verdachten en Preventie met Gezag. Uitdagingen die uit het onderzoek naar voren kwamen zijn dan ook o.a. gegevensdeling, naadloze overgang van 18-/18+, randvoorwaarden op orde voor consistent beleid (doorontwikkeling i.p.v. vernieuwing). Zorg en Veiligheidshuizen roepen gemeenten op om interventies en samenwerking tussen zorg, veiligheid, en onderwijs op regionaal niveau te organiseren in plaats van per gemeente, om een beter overzicht en consistentie te waarborgen.
Sylvia Huis in ’t Veld, regiocoördinator van het Platform Integrale Veiligheidszorg, gaf vervolgens een korte toelichting op de aanpak van deze doelgroep in veiligheidsregio Twente. Vroeg signalering, het door ontwikkelen van een sluitende aanpak en het vergroten van de informatiepositie zijn belangrijke sleutelwoorden in de aanpak.
In de Proeftuin Ketenkracht triple problematiek en risicogedrag Almelo, worden grenzen opgezocht en (on)mogelijkheden van het systeem in kaart gebracht om vanuit het inwonersperspectief ingewikkelde en onveilige situaties aan te pakken. Burgemeester Richard Korteland van Almelo ging met bestuurders in gesprek over de dilemma’s en knelpunten die naar boven komen bij casuïstiek waar vaak sprake is van ‘triple problematiek’: LVB/VG, psychiatrie en verslaving, gecombineerd met risicogedrag zoals onveiligheid, maatschappelijke onrust en overlast.
Ter afronding is geïnventariseerd welke bestuurders een actieve rol willen pakken in het vervolg om een G40 verhaal rond de opgaven van Zorg en Veiligheid op te bouwen, zowel qua kennisuitwisseling als voor de lobbyagenda richting het Rijk. Hiervoor zullen ze ook ambtelijke inzet voor beschikbaar stellen. Dit zijn in elk geval Assen, Alphen aan den Rijn, Alkmaar, Almelo, Apeldoorn, Groningen, Hilversum, Hoorn en Leeuwarden hebben.
Paul Depla sloot de dag af, maar eerst gaf hij Andries Kok - directeur Lokaal Bestuur en Informatiesamenleving, VNG - de ruimte om over de pre resolutie Digitalisering wat toe te lichten. Deze resolutie wordt over 2 weken op de VNG ALV wordt geagendeerd. Hij lichtte het belang toe om gezamenlijk als gemeenten op te trekken bij de grote uitdaging die we als gemeenten hebben bij de digitalisering.
Als laatste kwam Willem-Jan Stegeman, voorzitter van de G40-themagroep Financiën, aan het woord over de Voorjaarsnota (VJN) van het Rijk en de gevolgen voor de gemeentefinanciën. In de VJN is er financieel wat gedaan voor gemeenten, maar lang niet wat we als gemeenten nodig hebben en wat we gevraagd hebben. We willen in gesprek blijven met het Rijk om met name voor het tekort in de jaren na ’26 een oplossing te zoeken. Het rapport van Van Ark over de Jeugdzorg is voor de gemeenten een belangrijk uitgangspunt. Nu het Kabinet gevallen is, zullen we weer extra duidelijk moeten maken waarom dit zo belangrijk is. Er komt immers weer een campagne tijd aan.
Deze interessant netwerkdag werd afgesloten met de uitnodiging voor de 2 daagse op 25 en 26 september in Tilburg.