Nieuws

G32 in gesprek met Tweede Kamer en SER over regionale samenwerking

Op 18 mei 2017 vond er in de Tweede Kamer een gesprek plaats tussen de Tweede Kamer en Mariëtte Hamer (voorzitter SER), Guido van Woerkom (voorzitter AWVN en lid dagelijks bestuur VNO-NCW) en Milo Schoenmaker (vice-voorzitter van de G32). Tijdens dit gesprek werd het SER-advies Regionale samenwerking toegelicht en gaf de heer Schoenmaker namens de G32 een reactie op dit advies.

De SER stelt dat – om zoveel mogelijk mensen te laten bijdragen aan en profiteren van het succes van de stad - het ontwikkelen en benutten van talent en van ondernemerschap centraal moeten staan. Hierbij is samenwerking tussen alle betrokkenen in de regio essentieel. Maar ook tussen stedelijke regio’s zijn bestuurlijke afstemming en regie nodig om versnippering te voorkomen.

SER-voorzitter Hamer gaf een korte toelichting op de agenda en gaf aan dat er volgens haar aan regionale initiatieven ‘geen gebrek’ is, maar dat het nu zaak is om hier focus in aan te brengen. Bij succesvolle regionale initiatieven zijn de belangen van tevoren bekend en is er een gemeenschappelijk doel, zo stelde ze.

Daarnaast adviseerde Hamer de aanwezige Kamerleden om niet opnieuw een structurele wijziging in de regio’s door te voeren: “Benut de indeling die je nu hebt, ga er eerst een aantal jaren mee door. Als je elke keer weer de structuur verandert, wordt het lastig om resultaten te boeken”. Guido van Woerkom beaamde namens VNO-NCW dat regiovorming cruciaal is voor economische ontwikkeling, mits er een gezamenlijke agenda per regio wordt opgesteld

Groeikracht
Milo Schoenmaker gaf namens de G32 aan dat de stedelijke regio’s klaar staan om grote maatschappelijke vraagstukken aan te pakken. “De G32 onderschrijft het belang van stedelijke regio’s en groeikracht. Grote opgaven als de energietransitie of de werkgelegenheid vragen om een krachtige, regionale aanpak met ruimte voor maatwerk”, aldus Schoenmaker.

De SER-agenda is volgens hem een stap in de goede richting, maar de opvatting van de G32 is dat het nog wel verder mag gaan. Schoenmaker wil daarom inzetten op een strategische samenwerkingsagenda tussen het Rijk en de steden. Met een concrete agenda per stedelijke regio, zonder een one size fits all model toe te passen, kan worden bijgedragen aan de economische groei.

Kamerleden vroegen aan de heer Schoenmaker wat hun rol zou kunnen zijn om deze ontwikkelingen te ondersteunen. Daarop gaf hij aan dat Kamerleden een belangrijke rol kunnen spelen door grote betrokkenheid te houden op het gebied van regionale samenwerking en om een stimulerende en kritische rol richting het nieuwe kabinet aan te nemen ten opzichte van regionale samenwerking.