Verslag bijeenkomst SER netwerk LLO en G40, VNG - 8 april 2021

Welkom door dagvoorzitter Willem Jelle Berg

Dit is de tweede bijeenkomst van het SER netwerk LLO met de G40, met ruim 100 deelnemers. De eerste keer was op 24 september 2020. Dit keer met een aantal leden van de VNG taskforce economisch herstel; Mariska ten Heuw, Boaz Adank en René de Heer. Welkom ook aan de kwartiermakers van de nieuwe regionale mobiliteitsteams (RMT). Het thema van de middag is de aansluiting van de RMT’s op de bestaande regionale structuren voor een leven lang ontwikkelen (LLO). 

Introductie door Mariëtte Hamer, voorzitter SER

De SER wil aanjager zijn om de leercultuur te versterken en te komen tot meer van werk naar werk trajecten in de regio. Belangrijk is regie op de eigen loopbaan, en zicht op kennis en vaardigheden.  Ook zicht op het werk van de komende tijd, zoals de energietransitie. De SER heeft goed contact met het Nederlands Comité  voor Ondernemerschap; we kijken hoe we met het MKB nog een beentje bij kunnen trekken. Mariëtte Hamer legt met de koningin werkbezoeken af in de regio. Op de website van de SER staan veel goede voorbeelden over LLO. Staat uw voorbeeld er niet bij, of zijn er nieuwe ontwikkelingen; graag aanvullen!
Leuk is dat de VNG en G40 dit keer medeorganisator zijn. RMT’s zijn een belangrijke toevoeging, met een rol voor de sociale partners. Tijdens het laatste werkbezoek in Utrecht bleek dat het opbouwen van een goede regionale ondersteuningsstructuur lastig is. We moeten alle praktijkervaring van nu gebruiken om te komen tot een structurele aanpak. Ook als advies aan een nieuw kabinet. LLO is de laatste tijd sprongetjes vooruit gegaan, nu is er een sprong nodig.

Opzet van regionale mobiliteitsteams (RMT’s) door Camiel Jansen (ministerie SZW)

SZW wil als aanvullende crisisdienstverlening zoveel mogelijk mensen direct van baan naar baan helpen, zonder in een uitkering terecht te komen. De dienstverlening verloopt via regionale mobiliteitsteams (RMT) in de 35 arbeidsmarktregio’s. Onlangs is er een landelijk akkoord gesloten over de RMT’s; een landelijk kader met de mogelijkheid van een regionale inkleuring. Regionale mobiliteitsteams zijn een netwerksamenwerking van vakbonden, werkgeversorganisaties, UWV, gemeenten, SBB, MBO en andere relevante partijen. Uitgangspunt is meer regie op de eigen loopbaan. De RMT’s zijn gericht op een goede match en een integrale dienstverlening. De afweging of extra ondersteuning nodig is wordt gemaakt door partijen met een advies op basis van de afstand tot de arbeidsmarkt.

Werknemers en werkgeversorganisaties hebben het initiatief voor met werkloosheid bedreigde werknemers, het UWV voor mensen die instromen in de WW en gemeenten voor mensen in de Participatiewet, ondernemers die zich willen heroriënteren en niet-uitkeringsgerechtigden. Centrumgemeenten van arbeidsmarktregio’s hebben een regiefunctie, het UWV is kassier. Partijen kunnen over en weer elkaars expertise en instrumenten inzetten. Via ontschot budget wordt bekostiging van trajecten mogelijk.

Landelijk wordt ondersteuning geboden in de vorm van Q en A’s, een draaiboek met handreikingen, een regionale toolbox in ontwerp, webinars en een website. De toolbox kan regionaal worden aangevuld.  Belangrijk is om te leren van de inrichting van RMT’s en die lessen te gebruiken voor de toekomstige dienstverlening. Wat werkt, wat werkt niet en wat kan beter. De regeling is ingewikkeld. Voor verschillende doelgroepen zijn verschillende instrumenten nodig. Voorkomen moet worden dat mensen tussen systemen en regelingen invallen.

Invalshoek van werkgeversorganisaties, door Guusje Dolsma (VNO NCW - MKB NL)

Momenteel is de werkloosheid relatief laag. Er vallen weinig ontslagen, maar veel jongeren zijn werkloos. In de toekomst: veranderend werk en werkgelegenheid. Er komen grote transities in werk aan die te maken hebben met digitalisering en klimaat. We moeten een infrastructuur opbouwen van werk naar werk en een leven lang ontwikkelen. Daarvoor zijn kennis en data nodig over de arbeidsmarkt en skills en competenties van mensen en beroepen. Werkgevers moeten een grotere rol spelen in het stimuleren van een leercultuur. Brancheorganisaties moeten daarbij worden ondersteund, we hebben gelden voor sectorale aanpakken gevraagd. In de regio is budget nodig voor extra dienstverlening en scholing. In RMT’s kan dienstverlening worden afgestemd.

Op een vraag of sectorale gelden kunnen worden ingezet voor sector-overstijgende trajecten antwoordt Guusje Dolsma dat O&O-fondsen dat in toenemende mate doen, en dat we dat nog beter moeten organiseren. 

Het perspectief:

  • Andere organisatie van baan naar baan
  • Meer dan een project, vraagt ook beleidskeuzes
  • Nu experimenteren en leren
  • Vertalen naar praktische beleidskeuzes en organisatiekracht voor de lange termijn

Rol van de vakbeweging, door Jan Pieter Daems (CNV)

De missie van de vakbeweging is om als loopbaanpartner naast werkenden te staan, begeleiding te bieden in het nemen van eigen regie, en duurzaam werk en een eerlijk inkomen. In een Leven lang Ontwikkelen ligt een belangrijke rol voor de vakbeweging. We zijn verantwoordelijk voor de doelgroep werkenden die met ontslag bedreigd worden. Belangrijk is dat de mens centraal staat. Het gezamenlijk optrekken is een mooie ontwikkeling. We helpen de mensen in de regio. De vakbonden willen de verbinding leggen tussen sectoren en de regio, sectorale arrangementen aanbieden en partners in de arbeidsmarkt verbinden. Voor de sociale partners is een belangrijke taak het voorkomen van werkloosheid.

Bruggen bouwen in de regio door René de Heer (wethouder Zwolle, lid VNG taskforce)

In de regio werken we gezamenlijk met inwoners/werknemers, werkgevers en onderwijs  en overheid aan de beschikbaarheid en wendbaarheid van mensen op de arbeidsmarkt. De inwoner en ondernemer staan centraal in de aanpak. We deden dit ook al voor de coronacrisis, maar door de coronacrisis wordt dit nog belangijker.

De regio Zwolle biedt mensen die door corona hun baan kwijt raken omscholingsvouchers en daar wordt veel gebruik van gemaakt. Het aantal mensen dat zich aanmeldt voor Upgrade jezelf en groei neemt toe. In Zwolle hebben we ook 2000 ondernemers gebeld die van de NOW-ondersteuning gebruik maken om te vragen hoe het met ze gaat. Circa 30 procent van de ondernemers geeft aan er zelf niet meer uit te komen en hulp nodig te hebben met o.a. bedrijfsvoering, HR, afbouw onderneming en personeel.

Nederland wil sterker en beter uit de coronacrisis komen. Daartoe is het van belang om enerzijds ondernemers te ondersteunen, anderzijds de weg vrij te maken om werknemers sneller van werk naar werk te laten gaan: houd de mensen uit de U-bocht. Doel is het maken van een zogenaamde brugfunctie tussen de ontvangende en vertrekkende werkgever waarin een werknemer met gemak aan de overkant kan komen.

stages - leerbanen

Met onze crisis en herstelaanpak hebben we een integrale aanpak (onderwijs, arbeidsmarkt en economie) waarbij we vanuit ondernemers en inwoners perspectief werken aan een herstelplan. Kenmerkend in deze aanpak:

  • Opgave centraal
  • Lerende aanpak
  • Van voor en door partners (het is niet van iemand maar van ons allen)
  • Actieve betrokkenheid en wisdom of the crowd

We ontwikkelen zo een manier van denken en een aanpak niet alleen bedoeld voor de crisis maar die ook inhaakt op hoe we arbeidsmarkt in toekomst vorm willen geven.

Door de crisisaanpak van het rijk zijn er nu heel veel regelingen vanuit verschillende ministeries en voor verschillende sectoren, dat pakt in de regio heel versnipperd uit.  We integreren de nieuwe regelingen zoals die voor het RMT in de bestaande integrale dienstverlening in een Regionaal Mobiliteits- en Actie Team.  Hiertoe hebben we een bestuursakkoord gesloten, alle partners (onderwijs, gemeenten, werkgevers- en werknemersorganisaties) hebben ingestemd.

Vervolgens komen kort nog twee regio’s aan bod met ervaringen met RMT.

  • Midpoint Brabant (Station88) August de Vocht; ondernemersdienstverlening in één pand
  • Metaalunie, Margriet Bouma, sectorale aansluiting op RMT en ervaring met vouchers.

Hierna gaan de deelnemers in regionale deelsessies uiteen. Gestart wordt met de onderlinge kennismaking, daarna een gesprek over ervaringen, wensen en uitdagingen om te komen tot een duurzame infrastructuur voor Leren & Ontwikkelen inclusief Van Werk Naar Werk trajecten.

Zes d​​​eelsessies:

 

 

Deelsessie Noord Holland, Utrecht en Flevoland

Gespreksleider Arthur Helling

  • Maak bij de vorming van een RMT vooral gebruik van het al bestaande ecosysteem van voor de opgave relevante partijen, waaronder ook genoemd PPS-en.
  • Wij spreken makkelijk over begeleiding van werk naar werk. Bedrijven/sectoren hebben veelal nog een andere mindset. Die zoeken veelal naar kandidaten die ervaring hebben in de eigen sector of een relevante opleiding hebben gevolgd. Dat denken heeft in de communicatie aandacht nodig op basis van de vraag ‘hoe zorgen wij ervoor dat bedrijven mensen uit andere sectoren willen en gaan aannemen’.
  • Bij sectoren moet opgehaald worden wat er, vooral toekomstig, nodig is om in de sector aan het werk te gaan of aan het werk te kunnen blijven.
  • Kandidaten moeten goed in beeld gebracht worden, niet alleen wat heeft diegene gedaan, dus wat kan hij/zij, maar ook welke (ontwikkel) mogelijkheden zitten er in de kandidaat en of wat wil hij/zij graag bereiken.
  • Val de professionals die in het RMT aan de slag moeten niet lastig met teveel politieke discussies. Laat ze doen waar ze goed in zijn.
  • De bouw- en infrasector maakt middelen vrij voor omscholingsmodules gericht op intersectorale mobiliteit.
  • O&O fondsen en sectoren in de techniek werken idealiter samen in ServicePuntenTechniek en maken ook verbinding met de onderwijspartijen t.b.v. een passend en toekomstgericht opleidingsaanbod. Hier zijn in een aantal regio’s goede voorbeelden van. Versnelling van de SPT initiatieven is belangrijk evenals middelen daarvoor.
  • Een succesfactor voor de bevordering van zijinstroom is beschikbaarheid over voldoende middelen voor scholing en begeleiding.
  • Begeleiding van mensen van werk naar werk kost veel tijd zo leert de praktijk van 10 jaar ervaring bij Huis van het Werk Noord-Holland Noord www.huisvanhetwerk.nl

 

Deelsessie Gelderland

Gespreksleider Caroline Termaat

Welke tips willen we meegeven?

  • Alle partijen zouden vanuit de vraag van de burger en ondernemer moeten werken. Wat hebben zij nodig. Vanuit deze vraagstelling zou de deskundigheid in gezet moeten worden. Toekomst bestendig en duurzaam.
  • Begin gewoon, wacht niet tot een werkgever zich meldt.
  • Er bestaat al heel veel, sluit goed aan.
  • Burger/bedrijf moet centraal staan.
  • Wat we nu neerzetten, moet ook richting toekomst een instrument zijn om vraag en aanbod op de arbeidsmarkt goed af te kunnen stemmen. Ook als er straks weer tekorten zijn.
  • Moet om dienstverlening gaan, nu nog veel ‘bestuurlijke drukte’.

Grootste uitdagingen:

  • Samen aan het werk, bereidheid met elkaar samen te werken. Over je eigen schaduw heen willen stappen.
  • Zijn partijen in staat samen te kijken naar de opdracht voor het collectief en daaruit de beste dienstverlening op poten te zetten.

​​​​​​​

Deelsessie Groningen, Friesland, Drenthe

Gespreksleider Arnoud Hoogsteen

  • VWNW in Nederland in de huidige situatie vereist vroeg-signalering op bedrijfsniveau door andere bedrijven. Maar daarvoor is een lokale - regionale structuur noodzakelijk:
    • 1: die is er sectoraal niet, onvoldoende of heeft geen functie in een tekort sector.
    • 2: die is er boven-sectoraal ook niet, onvoldoende, maar zou wel een functie hebben.
  • Organisaties in tekort sectoren die niet elkaars concurrenten willen worden, organiseren zichzelf. Verschillen tussen die sectoren; zoals de omvang van deelnemende organisaties, bepalen of er beleid moet komen (MKB) of dat beleid vervangen moet worden (grotere organisaties).
  • Belangrijk om vertegenwoordigers sectoren goed aangehaakt te hebben. Belangrijk om te kunnen schakelen met andere sectoren.
  • In techniek veel mobiliteit tussen branches, minder met andere sectoren.
  • Demografische ontwikkelingen noodzaken de volgende stap: samenwerking tussen tekort sectoren of een regionale onafhankelijke intersectorale intermediaire organisatie.

​​​​​​​

Deelsessie Noord-Brabant en Limburg

Gespreksleider Boaz Adank

Er is sprake van een zoektocht vanuit de regio’s om de landelijke regeling op te pakken en te verbinden met bestaande structuren. Het wordt ervaren als een complex geheel met een wirwar aan afspraken. Daarbij spelen vooral de volgende vragen:

  • Voor wie doen we het? En met wie pakken we het op en wat is ieders rol hierbij?
  • Hoe maken we het concreet en efficiënt?
  • Hoe maken we hetgeen we nu met elkaar doen duurzaam? En hoe verbinden we de inzet aan kansen die op de langere termijn spelen (transities/banen van de toekomst)?

Als aandachtspunten/tips worden meegegeven:

  • Laat deze vragen consequent onderwerp van gesprek zijn van alle partners. Met elkaar moeten we ervoor zorgen dat processen elkaar gaan versterken. Wat doen we al, wat gaan we nieuw doen en hoe gaan we ervoor zorgen dat we dit over enkele jaren opnemen in een structuur.
  •  Om het concreet te maken: zet inwoner centraal en stop met redeneren/handelen vanuit afzonderlijke organisaties of wetgeving. Ga in gesprek met inwoners en met werkgevers. Werk met (bestaande) PPS-en ( bijvoorbeeld Zuid-Limburg). Maak concrete producten die je gezamenlijk aan werkgevers en inwoners aan kan bieden.
  • Nadrukkelijke oproep: iets nieuws opbouwen vraagt niet alleen dat we kijken naar het verbinden en verbeteren van oude structuren, maar ook dat we nadenken over wat niet meer nodig is.

 

Deelsessie Overijssel

Gespreksleider Mariska ten Heuw

De beste tip voor een goede bemiddeling van werk naar werk en de grootste uitdaging:

  • zorg voor een goede samenwerking met de sociale partners en stem de financiële middelen met elkaar af om samen tot een goede infrastructuur voor werkzoekenden en bedrijven te komen;
  • zorg voor goede ontschotting en stap over je eigen belangen heen;
  • denk out of the box als werknemers willen switchen, dus niet op basis van CV, maar op basis van vaardigheden en potentieel;
  • Tijd is een belangrijke belemmerende factor om goed met elkaar in gesprek te gaan, terwijl juist elkaar leren kennen helpt;
  • onafhankelijk advies (zonder druk van uitkeringsverstrekker of wensen werkgever) helpt bij een goed beeld krijgen van loopbaanpotentieel van een individu;
  • gebruik kennis en loopvermogen van O&O fondsen om bedrijven te ondersteunen en te ontzorgen bij ondersteuningsaanvragen en HRM vraagstukken;
  • er zijn veel loketten voor inwoners. Zorg dat je het loket vóór je leert kennen en van informatie voorziet, zodat jouw dienstverlening uiteindelijk overbodig wordt (Bijvoorbeeld bij dreigend ontslag: Vakbonden-UWV-gemeenten);
  • Houd het doel voor ogen, focus niet te veel op het spel spelen. Het maakt niet uit wie uiteindelijk de oplossing biedt, als die oplossing er maar komt;
  • structuur van de sectortafels waarbij je overschot- en tekortsectoren met elkaar verbindt;
  • De doelgroep stapt niet zo graag naar publieke dienstverlening. Hoe zorgen de publieke partners dat anderen zo goed mogelijk hun werk kunnen doen;
  • Less is more: houd het overzichtelijk. Hoe ga je slim om met de middelen vooral voor intersectorale mobiliteit;
  • Voorbeeld van Veluweportaal waar bedrijven onderling werk naar werk regelen.

De belangrijkste succesfactoren voor het laten slagen van de plannen:

  • loslaten van eigenbelang;
  • dienstbaar aan het gezamenlijk doel zijn;
  • oprechte nieuwsgierigheid naar elkaar;
  • leren door te doen;
  • elkaar wat gunnen;
  • goede onderlinge samenwerking;
  • groot denken, klein doen (Keep it simple);
  • aandacht voor het proces waarbij het overkoepelende doel leidend blijft;
  • samenwerking in de keten;
  • onderling vertrouwen

Deelsessie Zuid-Holland en Zeeland

Gespreksleider Yvonne Bernardt

Wat is de beste tip die je kan meegeven aan anderen over VWNW of van Werkeloosheid naar Werk?

  • Praat met elkaar, blijf niet in eigen kring hangen, leer elkaar daarbij echt kennen! Het slagen van samenwerking hangt altijd af van vertrouwen en goede relaties. In de regio, maar ook daar buiten.
  • Als mensen in de bijstand belanden ben je al te laat. Dan hebben ze al een knauw gekregen en is het moelijker om ze uit de werkeloosheid te krijgen. Ga dus vroegtijdig aan de slag, eerder interveniëren loont. Vanuit alleen de gemeente is dat overigens best lastig, via de Participatiewet beschikt de gemeente alleen over middelen om mensen uit de Bijstand te krijgen. Toch is het gewenst om de gemeente aan de voorkant te positioneren.
  • Vanuit het UWV wordt dit idee ondersteund. Er wordt een oproep gedaan aan het nieuwe kabinet om de te zorgen voor een gelijk speelveld en om bestaande rollen te doorbreken;
  • Maar daar zijn de RMT’s nu juist voor: zorgen dat mensen niet in de uitkering terecht komen! Dus dat veronderstelt samenwerking van UWV, vakbonden, scholen: als je er staat kan je de verbinding maken! De ervaring is dat organisaties dat ook willen.
  • Vanuit het SBB wordt benadrukt dat preventie inderdaad heel belangrijk is. Zeker als we dit linken aan jeugdwerkeloosheid. Laten we geen verloren generatie ontstaan! Extra inzet is nodig voor degenen die niet meer terug kunnen naar het bekostigd onderwijs. Ook is het zaak om outreachend naar bedrijven en branches te acteren. Denk aan de reisbranche op dit moment.
  • Om goed te kunnen samenwerken is het nodig om van je eigen organisatie los te komen. Stel in het RMT de opgave centraal, dit is niet simpel.
  • Betrek lokale ondernemers, benut de VNO-mkb netwerken. Een netwerk als Tilburg 088 lijkt er in deze regio nog niet te zijn. Bestaande netwerken dekken lang niet het hele werkveld af
  • Bedrijven en ondernemers lijken op dit  moment de noodzaak van inzet op VWNW nog niet zo te voelen maar je hebt ze wel keihard nodig.
  • RMT’s zijn in ieder geval de gewenste proeftuinen om on-spot te werken. Dus geef ruimte om de beweging aan een lange termijn duurzame arbeidsmarkt te maken.
  • Het is zaak om de samenwerking rondom de dienstverlening goed in te richten. Zorg voor klantreizen naar elkaar, richt daarvoor in de regio de logische “afslagen” in . Ga niet alleen uit van bestaande structuren.
  • Gemeente Woensel is een mooi voorbeeld van het in elkaar schuiven van teams van UVW, gemeente en onderwijs.
  • Start bij llo niet bij de koepelorganisaties maar direct bij de bedrijven. Ervaring leert dat je anders de bedrijven niet goed aangehaakt krijgt. Begin met een “coalition of te willing” van ondernemers die vervolgens anderen op sleeptouw nemen.
  • De Kamer van Koophandel is een goed kanaal om werkgevers te bereiken.
  • Het inrichten van een één loket, dat ook intuïtief logisch vindbaar is, is vaak lastig. Werkgevers zoeken namelijk vanuit verschillende vragen naar informatie. Er moet daarom vooral energie gestoken worden in het goed naar elkaar verwijzen, dus klantreizen aan elkaar koppelen zodat het niet uitmaakt waar de vragen binnen komen.
  • In de regio Leiden is men aan de slag met matchen op vaardigheden. Daarvoor zijn inmiddels 600 mensen in beeld. Driekwart daarvan is nog werkend, maar toch goed om een bestand op te bouwen. Voorkomt mogelijk werkeloosheid.  Het levert soms verassende matches op.

Afsluiting met Willem Jelle Berg

Met drie korte uitsmijters:

  • Mariska ten Heuw: Less is more, keep it simple
  • Boaz Adank: Bouw op en neem afscheid
  • Arthur Helling: Goede klantreis en meer afspraken in en tussen sectoren