Steeds meer rapporten laten zien hoe groot, structureel en verborgen de problemen betreft armoede en schulden zijn in Nederland. Recent laten de factsheet Armoede en Schulden en het rapport Opgroeien zonder armoede de cijfers zien. In 2015 moesten 626.000 huishoudens rondkomen van een laag inkomen. Dat betekende, in 2014, dat 378.000 kinderen opgroeiden onder de grens van ‘niet veel, maar toereikend’. Bijna 60% van deze kinderen heeft werkende ouders. In de themagroep Armoede/Jeugd zijn tijdens de bestuurlijke G32 netwerkdag op 1 juni beide publicaties gepresenteerd en is besproken hoe gemeenten met deze kennis aan de slag kunnen gaan.

Vaak te laat

Helga Koper en Nadja Jungmann presenteerden aan de aanwezige bestuurders de factsheet Armoede en Schulden, opgesteld door Platform31 en de Hogeschool Utrecht in opdracht van de G32. De sheet geeft een overzicht van zes opgaven waar gemeenten invloed op kunnen uitoefenen. Voor elke uitdaging zijn draaiknoppen gespecifieerd waar gemeenten met haar partners aan kunnen draaien om de problematiek te verkleinen. Eén van de opgave is dat mensen met schulden zich vaak te laat melden voor hulp. De gemeente kan ketenpartners benaderen om deze mensen te motiveren om zich eerder aan te melden voor schuldhulpverlening. Daarnaast zijn ontwikkelingen in de wet- en regelgeving, informatie over incasso’s, gedragsbeïnvloeding door schulden en enkele must reads meegenomen in de factsheet. Op deze manier geeft deze publicatie niet alleen een situatieschets van Nederland maar is deze ook een bruikbaar startpunt voor gemeentelijk armoedebeleid.

Opgroeien in armoede

Mariëtte Hamer, voorzitter van de Sociaal-Economische Raad (SER), vertelde over het rapport Opgroeien zonder armoede. Zelden heeft een publicatie van de SER zoveel reacties opgeleverd. Het rapport erkent dat armoede in hele gewone gezinnen voorkomt waar de ouders werken en het huishouden voor de buitenwereld probleemloos lijkt. Mariëtte Hamer noemde als voorbeeld dat mensen wel de winterjas aan hebben, maar daaronder de zomerblouse. Ze benadrukt dat we het hebben over kinderen, maar dat het gaat om de ouders. Het SER-rapport laat zien dat er meer kinderen opgroeien in armoede en dat dit een structureel probleem is wat vaak verborgen blijft. Het rapport geeft oplosrichtingen maar is niet allesomvattend. Mariëtte Hamer riep partners op zich te melden om samen met de SER een verdiepingsslag te maken.

De gemeenten zijn nu aan zet om aan de slag te gaan met deze informatie. De bestuurders stelden onder andere vragen over preventie, de rol van het onderwijs en te hoge woonlasten. Zowel in het SER-rapport als in de factsheet staan aanbevelingen hoe gemeenten domeinoverschrijdend beleid kunnen vormen voor armoede en schulden. De G32 heeft in deze werkgroep laten zien goede intenties te hebben en voorstander te zijn van innovatief beleid. Nu is het van belang om dit beleid uit te zetten om armoede onder ouders en kinderen structureel te verminderen.